Bom maakte een uitgebreide beschrijving van de natuurlijke rijkdom van Barr Al Hikman. Het gebied met een oppervlakte van 190 km2 is één van 's wereld rijkste waddengebieden in Oman en ligt op de belangrijke Oost-Afrikaanse trekvogelroute. Behalve door de enorme biodiversiteit werd de bioloog verrast door een relatief groot aantal 'bewapende' soorten, zoals de door zijn klauwen moeilijk voor predatoren te kraken zwemkrab, slakken met dikke harde behuizing en de krabplevier (Dromas ardeola), een met een dolksnavel uitgeruste endemische waddenvogel.

Bom beschrijft in zijn proefschrift vooral wadvogels, krabben en schelpdieren. Sommige schelpdiersoorten bleken bijzonder goed bewapend te zijn en niet te kraken door vogels. De sterk uitgevallen en vooral in zeegras wonende blauwe zwemkrab (Portunis segnis) was wel in staat de zwaar bewapende schelpdiersoorten te kraken, en die bleek op zijn beurt weer gekraakt te kunnen worden door de krabplevier. Vanwege zijn krabbenspecialiteit raakte Bom gefascineerd door de krabplevier en zo kreeg de trekvogel een belangrijke rol in zijn promotieonderzoek.

Krabplevieren kraken zwemkrabben op de wadplaten van Barr Al Hikmann. Foto: Jan van de Kam.

Zandhol optimale babykamer
De krabplevier is de enige soort uit de familie Dromadidae (orde van de steltloperachtigen, Charadriiformes) en is uniek omdat hij holen in droog zand graaft om er een ei te leggen. Dat doet dit dier zo slim dat de temperatuur in het hol op precies de goede broedtemperatuur blijft, zodat de tijd die hij op zijn nest moet zitten minimaal is. Bom kwam er op basis van vogeltellingen en vliegbewegingen achter dat de belangrijkste broedkolonies zich bevinden in Koeweit en Iran. "Dit maakt deze fascinerende trekvogel extra kwetsbaar door onder meer overbevissing, de snelle industriële en infrastructurele ontwikkelingen in deze landen en de relatief grote kans op olievervuiling, ook in de kustgebieden."

'Oerwadden'
Wereldwijd zijn er twintig grote intergetijdegebieden, waaronder ook het Nederlandse waddengebied, en 150 kleine. Een 'oerwaddengebied' zoals Barr Al Hikman kan ons volgens Bom veel leren, omdat het een waddengebied is dat zich nog in een natuurlijke staat bevindt, zoals ons waddengebied enkele eeuwen terug. Zo zijn er geen dijken, is het een kraamkamer voor vissen en tiert zeegras er welig, zoals dat ooit ook de Nederlandse zandplaten moet hebben bedekt en nu alleen nog mondjesmaat bij Griend en Rottumerplaat te vinden is.

De pijl wijst naar Barr Al Hikman, het onderzoeksgebied van Roeland Bom en onderdeel van de Indo-West Pacifische Regio. Illustratie Maaike Ebbinge.

GPS en accelerometer
"In Oman zijn nog nauwelijks wetenschappelijke vogeltellingen gedaan", vertelt Bom. "Opmerkelijk, want dit gebied is voor 42 vogelsoorten waaronder 18 steltlopers een belangrijk foerageergebied."
Zes achtereenvolgende jaren bezocht hij het gebied, in de winter en het vroege voorjaar. Maar liefst een half miljoen vogels telde hij, verdeeld over 42 soorten. Vogeltellingen deed hij bij hoogwater, terwijl het foerageergedrag van de vogels bij laagwater werd bestudeerd. Om het gedrag goed in kaart te kunnen brengen, werden de vogels geringd en uitgerust met een GPS-zender en een door de Universiteit van Amsterdam ontwikkelde accelerometer, die de bewegingen van de in Oman overwinterende vogelsoort nauwkeurig registreerde. Zo werd duidelijk dat het leven van deze wadvogel zich grotendeels aan de vloedlijn afspeelt.

Grote verhaal van de evolutie
"Dit bijzondere waddengebied vertelt het grote verhaal van de evolutie", aldus Bom. "Het is geen toeval dat we hier relatief veel soorten tegenkomen die elkaar blijkbaar in een evolutionaire 'wapenwedloop' hebben beïnvloed. De 'bewapening' in dit gebied is bijzonder goed ontwikkeld. Iets dat we ook in het geologisch verleden tegenkomen, zoals fossielen aantonen, en vooral plaatsvindt in de Indo-West Pacifische biogeografische zone omdat de productiviteit (metabolisme en kalkafzetting) daar groter is dan elders."