Met goede afspraken is in de Noordzee ruimte voor vogels én vissers
De halfgeknotte strandschelp (Spisula subtruncata), ook wel bekend als ‘Spisula’, is in de Noordzee tijdens de wintermaanden de belangrijkste voedselbron voor de zwarte zee-eend, een erg schuchtere en beschermde eendensoort. Door diverse factoren verdween het schelpdier begin deze eeuw nagenoeg uit de Noordzee, maar sinds kort nemen de aantallen weer toe. Juist daarom is de Vogelbescherming terughoudend over het oogsten van dit schelpdier. Beperkte Spisula-oogst kan in de ogen van vissers wel degelijk duurzaam zijn.
Vernieuwende samenwerking
In het vijf jaar durende onderzoeksproject ‘Ruimte voor vogels en vissers’ werkten vier partners samen. Zij legden met elkaar de basis voor gedeelde inzichten, die richting kunnen geven aan het inpassen van diverse belangen op de Noordzee. In een korte documentaire geven de vier partners - de Nederlandse Vissersbond, Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), Wageningen Marine Research en Vogelbescherming Nederland - hun visie op het proces.
Projectleider Katja Philippart van het NIOZ beschrijft de vernieuwende samenwerking: “Vissers en natuurbeschermers hebben op het eerste gezicht zeer verschillende belangen. Toch stapten de Nederlandse Vissersbond en Vogelbescherming Nederland de afgelopen jaren over hun eigen schaduw heen om samen kennis te verzamelen over de driehoek zwarte zee-eend, Spisulavisserij en rust.”
Verstoring heeft meer invloed dan gedacht
Het NIOZ en Wageningen Marine Research deden onderzoek naar de factoren die de bestanden van schelpdieren en zwarte zee-eenden beïnvloeden. “Wageningen Marine Research kwam erachter dat de zwarte zee-eenden ten noorden van de Waddeneilanden vooral last hebben van verstoring door scheepsbewegingen”, zegt Philippart. “En dus niet van de oogst van hun voedselbron, want daarvan is in de Noordzee op dit moment, bij de huidige visserij-inspanning, ruim voldoende voor de vogels aanwezig.”
Maar het onderzoek laat zien dat de zwarte zee-eend heel gevoelig is voor verstoring van al het scheepsverkeer. Philippart: “Het is daarom noodzakelijk om op de meest geschikte plekken waar de halfgeknotte strandschelpen liggen rustgebieden af te spreken in de periode dat de zwarte zee-eenden in Nederland verblijven. De Spisula-vissers kunnen buiten die rustgebieden schelpen oogsten zonder de aantallen eenden in gevaar te brengen. Alleen in magere Spisula-jaren kan het wettelijk vastgestelde instandhoudingsdoel van de eenden in het geding komen. Dat is het moment waarop men de schelpdieroogst tijdelijk zal moeten verminderen of stoppen.” Om rust te garanderen in de beste Spisula-gebieden zijn goede afspraken met de Spisula-vissers en vooral ander vaarverkeer belangrijk. Daarnaast is het dus van essentieel belang om te weten hoeveel halfgeknotte strandschelpen er jaarlijks beschikbaar zijn.
Symposium met belanghebbende organisaties
De resultaten van het project zijn op 2 juni gepresenteerd aan belanghebbende organisaties tijdens het symposium ‘Ruimte voor vogels en vissers’. Daarbij was MSC (Marine Stewardship Council) aanwezig, die internationaal de duurzaamheid van de visconsumptie beoordeelt en bewaakt. Christien Absil, Outreach Manager van MSC Benelux: “Voor MSC is duurzame oogst belangrijk, en dit onderzoek draagt bij aan de kennis die nodig is om te onderbouwen dat duurzaam oogsten mogelijk is, waarbij er nog genoeg voedsel overblijft voor zwarte zee-eenden.”
Ook Peter van Velzen, MT-lid Natuur en Water van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV), was bij de presentatie van het handelingsperspectief. Van Velzen: “Deze aanpak geeft handvatten voor beleid. Samenwerking tussen sectoren en overheid blijft daarbij van belang.”
Lekkernij van dichtbij
Veel van de schelpdieren die in onze kustwateren worden opgevist, belanden vooral op bordjes in Spanje en Portugal. Een verschuiving van de Zuid-Europese naar de Nederlandse markt voor de halfgeknotte strandschelp zou het aantal transportkilometers drastisch doen verminderen. Een lekkernij van dichtbij is alleen al in dat opzicht duurzamer dan een alternatief van ver weg. Om dat mogelijk te maken, willen Nederlandse thuiskoks wel graag weten hoe Spisula te bereiden is. Chef-kok Edwin Vinke van tweesterrenrestaurant De Kromme Watergang ontwikkelde enkele recepten, opgenomen in een boekje over het project dat op de website van het project opgehaald kan worden.
Het project ‘Ruimte voor vogels en vissers’ is medegefinancierd door de Europese Unie en de Rijksoverheid.