Koolstofopslag langs de Nederlandse kust; niet alleen bos, ook schorren en kwelders remmen klimaatverandering
”Door afslag tegen te gaan en aangroei te stimuleren kunnen we voorkomen dat de schorren in de Oosterschelde een bron van CO2 worden. Sterker nog, met de juiste maatregelen blijft deze waardevolle kustnatuur CO2 uit de lucht opnemen en klimaatveranderingen tegengaan.”, geeft NIOZ-onderzoeker Jim van Belzen aan, eerste auteur van het rapport ‘Blue Carbon in het Verdronken Land van Zuid-Beveland’. In dit rapport is gekeken hoe afslag van schorren kan worden gestopt en hoe een bestaande schor kan worden vergroot.
Eeuwenlange CO2-opslag
Planten en algen nemen voor hun groei CO2 op, ook langs onze kusten in schorren en kwelders. Als ze afsterven blijft een deel achter als organisch koolstof in de schorrenbodem. Door de zoute omgeving en de zuurstofarme omstandigheden ontsnappen daaruit weinig broeikasgassen. Omdat de planten met iedere vloed slib invangen kunnen kwelders meegroeien met de zeespiegelstijging. Al met al leggen kwelders en schorren zo per hectare net zoveel CO2 vast als bossen. Dit kan als organische koolstof eeuwenlang in de kwelderbodem opgeslagen blijven, mits we de kwelders goed beschermen.
Kansen voor klimaat en natuur
In 2019 is het klimaatakkoord vastgesteld en zijn er afspraken gemaakt om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. In de zogenoemde ‘klimaatenvelop’ stelt de regering jaarlijks een bedrag beschikbaar voor pilots en innovaties voor klimaatbeleid. Van dit geld hebben natuurbeheerders Natuurmonumenten en It Fryske Gea onderzoek laten doen naar het vastleggen van CO2 in schorren en kwelders. Naast bijzondere natuur zijn dit ook levende golfbrekers, die helpen tegen stormen en hoog water. In de nabije toekomst wordt het waarschijnlijk mogelijk om verkoopbare koolstofcertificaten te verkrijgen voor extra vastgelegde CO2 in kwelders en schorren. Inkomsten uit deze certificaten kunnen interessante kansen bieden voor versterking en uitbreiding van kwelders.
Het volledige bericht en links naar de rapporten zijn te vinden op de website van Natuurmonumenten.