“De oceaanbodem is een stuk variabeler dan we tot nu toe dachten”
De zoektocht naar de verdwenen Boeing MH370
Op 8 maart 2014 verdween een Boeing met vluchtnummer MH370 van de radar. In de zoektocht naar brokstukken is een deel van de Indische Oceaanbodem minutieus in kaart gebracht, maar het wrak en de mensen zijn niet teruggevonden. De exercitie leverde wél een schat aan informatie op voor biologen, geologen en natuurkundigen en dat biedt kansen voor wetenschappelijk onderzoek. Henk de Haas, marien geoloog en akoestisch onderzoeker bij het NIOZ belicht de zaak.
De zoektocht naar de MH370 bracht de bodem van de Indische oceaan op de vierkante meter nauwkeurig in kaart. Satellieten, die op een goedkopere wijze de oceaanbodem karteren maken een veel ruwere schets op 1 vierkante kilometer of lager, maar om de MH370 terug te vinden, wilde men de zeebodem preciezer kunnen bekijken. Metingen verrichten vanaf een schip biedt daarvoor de oplossing. "Door vanaf een schip een soort robot-duikbootje naar beneden te sturen, kun je vrij vlak over de zeebodem varen en geluidsgolven afgeven. Op deze manier is de zeebodem op de Indische Oceaan met een nauwkeurigheid van 1 meter in kaart gebracht", vertelt De Haas.
De gemaakte kaarten zijn van onschatbare waarde voor de wetenschap. "Het is nog steeds een klein stukje van een immense oceaan", vertelt De Haas bij Nieuws & Co op Radio1, "maar het laat zien hoe variabel de oceaanbodem is op slechts een klein stukje. Je hebt dicht bij elkaar vlakke stukken, maar ook hele steile bergen met wanden van bijna 90 graden."
De Haas kijkt met verwondering naar de nieuwe kaarten. "Alles wat je ziet is nieuw! Er gebeurt van alles daar beneden en dat is prachtig om te zien." In de Volkskrant vertelt hij dat deze vondst illustreert hoe weinig we van de oceaanbodem weten. Slechts 10 tot 15 procent van de oceaan is met sonar in kaart gebracht. De nieuwe data met een resolutie op meterschaal biedt onderzoekers zoals biologen, geologen, maar ook natuurkundigen een zeldzaam nauwkeurige kijk op de oceaanbodem.
Grootschalige breuken
Zelf heeft hij vooral interesse in de wijze waarop zand en klei wordt afgezet op de zeebodem. Dit kun je afleiden uit de vorm van zeebodem; waaiervormige lichamen of juist langgerekt, grote en kleine ribbels. De intensiteit van het terugkaatsen van het geluid, vertelt iets over het soort materiaal dat op de zeebodem ligt. "Slap klei absorbeert bijvoorbeeld veel geluid. Op die plekken zal het geluid dus weinig terugkaatsen, terwijl bij hard zand en rotsen een harde echo zal klinken." Met deze informatie kunnen diepzeebiologen zien welk deel van de zeebodem een geschikte omgeving is voor bepaalde dieren. "Dat betekent echter nog niet dat je de garantie hebt dat het beest er ook echt leeft. Daarvoor zou je de bodem moeten bemonsteren of met een camera in beeld moeten brengen."
Beelden van de Indische oceaanbodem gemaakt door Geoscience Australie. Zie meer in het filmpje >>>
Ook helpt deze data bij tsunami-voorspellingen, vervolgt De Haas in de Volkskrant. "Die nemen de topografie van de zeebodem mee in hun berekeningen. Als er onderzeese gebergtes bestaan die voorheen niet bekend waren, verandert dit de voorspelde hoogte die een tsunami op een locatie zal hebben."
Of soortgelijk grootschalig onderzoek naar de zeebodem nu vaker gaat gebeuren, betwijfelt De Haas. De reden om de Indische Oceaan in kaart te brengen was deze keer zeer specifiek. Wel laat het zien dat dit soort onderzoek zeer nuttig is en technisch steeds beter mogelijk.