Great Skua on Foula (Photo: Kees Camphuysen)

Complete surprise
Infections with avian influenza (bird flu) viruses have caused the ‘culling’ of millions of chickens, geese and ducks in the poultry industry worldwide, but have also affected wild birds for many years. The current outbreak of the virus type H5N1 is more severe than ever. Genetic research has shown that this subtype originated as early as 1996, on a large Chinese goose farm. Since then, it has been raging among poultry and, since 2005, also among wild waterfowl on freshwater. "The expansion of the pandemic to the saline environment came as a complete surprise," says Camphuysen. "Even on the most remote oceanic islets, deep into the Arctic, and on both sides of the Atlantic Ocean, mass mortality was suddenly observed, especially among gannets, sandwich terns, Caspian terns and great skuas.

Seabird mortality in the summer of 2022
In early May, nothing less than a 'fermenting gannet soup', as Camphuysen describes the situation, full of dead birds floated beneath the main gannet colonies in Scotland. "On beaches all around the North Sea, dead gannets were washing up for months."

While working on Foula, Camphuysen and his Scottish colleague Sheila Gear examined a colony of great skuas, where more than 1,800 breeding pairs were still alive during the last count in 2015. This year, they counted just under 800 breeding pairs in June. As mortality has continued in July and August, they estimate that the number of breeding birds has eventually declined by 60 to 70 percent. Camphuysen: "What was left behind were cooling eggs and starving chicks. The freshwater pools on the island that, mind you, are also meant for the islanders' drinking water, were filled with rotting corpses of skua’s killed by influenza."

In The Netherlands as well, particularly on the island of Texel, seabirds were affected by H5N1 this year. Nearly 8,000 dead sandwich terns were counted in several colonies in the Netherlands. "How it was possible for the virus to strike in the saline environment in this way is now the main question at hand," Camphuysen states.

Virus of the loch
The researchers suspect that the virus managed to spread primarily among the skua’s through communal ‘cleaning sites’. Camphuysen: "Unlike sandwich terns, these predatory gulls breed at a reasonable distance from each other in the colony, but they meet daily on small lakes or 'lochs.' Likely, that has been an important source of infection." Additional research needs to be done, on the survival of infectious virus in the island's waters, to see how long such areas remain dangerous to humans and animals.

Increasing number of victims
Apart from infections among some wader species in the Wadden Sea, animals of the saline environment seemed unaffected by the bird flu so far. After the virus was detected in more and more seabird species and colonies last summer, there are now also reports of seals and cetaceans infected and dying from H5N1. "Spread of the pandemic to the Southern Hemisphere via migratory seabirds seems now imminent," Camphuysen fears.

Humans are also susceptible to the virus
It is vital to further investigate the spreading of this highly pathogenic virus, the researcher stresses. "Not only wild birds are severely affected by a virus that originated in the livestock industry; research is also in our own interest. Among the various mammals that have been found to be susceptible to the influenza virus H5N1, there are now also hundreds of humans." A recent WHO survey shows that 863 people worldwide have already been infected with the virus since 2003. Of those, more than half (455 people) have died.


Zilvermeeuw positief getest, Texel augustus (Photo: Kees Camphuysen)

De vogelgriep trekt naar zee | Plotselinge verspreiding van ‘hoog-pathogeen’ virus onder zeevogels en ook zeezoogdieren

Na jaren van uitbraken onder zowel gehouden als wilde vogels op land, is het vogelgriepvirus H5N1 dit jaar definitief overgesprongen naar zee. Naast de enorme uitbraak onder grote sterns, van Texel tot Noord-Frankrijk, zijn ook op de Britse Eilanden duizenden zeevogels gesneuveld. Bij een onderzoek in een kolonie grote jagers (een zeldzame roofmeeuwensoort) op het Schotse eiland Foula, stelden Kees Camphuysen, marien ecoloog bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), en Schotse collega’s een sterfte van tenminste twee derde van de broedvogels vast. “Deze plotselinge en ongekende uitbraak van het virus onder zeevogels roept veel vragen op”, zegt Camphuysen.  “Uitgerekend zeevogels waren tot dusverre gespaard bleven. De verspreiding van het virus onder wilde vogels wordt hierdoor enorm versneld, mogelijk tot op het Zuidelijk Halfrond.” De onderzoekers rapporteren over hun ervaringen op Foula in een net gepubliceerd veldrapport en in het decembernummer van het wetenschappelijk tijdschrift Scottish Birds.

Complete verrassing
Infecties met aviaire influenzavirussen (vogelgriep) leiden wereldwijd al heel lang tot ‘ruimingen’ van miljoenen kippen, ganzen en eenden in de pluimveesector, maar hebben ook al vele jaren gevolgen voor wilde vogels. De huidige uitbraak van het virustype H5N1 is wat dat betreft heftiger dan ooit. Genetisch onderzoek heeft aangetoond dat deze variant al in 1996 ontstond, op een grote Chinese ganzenhouderij. Sindsdien houdt het huis onder met name pluimvee en sinds 2005 ook onder wilde watervogels op zoetwater. “De uitbreiding van de pandemie naar het zoute milieu kwam als een complete verrassing”, zegt Camphuysen. “Tot op de meest afgelegen oceanische eilandjes, tot diep in het poolgebied, en aan beide zijden van de Atlantische Oceaan werd ineens massale sterfte geconstateerd, vooral onder jan-van-genten, grote sterns, reuzensterns, en grote jagers.

Zeevogelsterfte in de zomer van 2022
“Begin mei dreef onder de belangrijkste kolonies van de jan-van-gent in Schotland niets minder dan een ‘gistende gentensoep’ vol dode vogels”, zo beschrijft Camphuysen de situatie. “Op stranden rondom de hele Noordzee spoelden maandenlang dode jan-van-genten aan.”

Bij het onderzoek op Foula onderzochten Camphuysen en zijn Schotse collega Sheila Gear een kolonie grote jagers, waar bij de laatste telling in 2015 nog ruim 1800 broedparen leefden. Dit jaar telden zij in juni nog maar een kleine 800 broedparen. Omdat de sterfte in juli en augustus heeft doorgezet, schatten zij dat het aantal broedvogels met uiteindelijk 60 tot 70 procent is afgenomen. Camphuysen: “Wat achterbleef waren afkoelende eieren en verhongerende kuikens. De zoetwaterpoelen op het eiland, die nota bene ook voor het drinkwater van de eilandbewoners bedoeld zijn, dreven vol met rottende lijken van door griep omgekomen grote jagers.”

Ook op Texel zijn zeevogels het slachtoffer geworden van de vogelgriep. In verschillende kolonies van grote sterns in Nederland zijn deze zomer bijna 8.000 slachtoffers geteld. “Hoe het virus zo kon toeslaan in het zoute milieu is nu de belangrijkste voorliggende vraag”, stelt Camphuysen.

Virus van het loch
De onderzoekers vermoeden dat het virus zich vooral heeft kunnen verspreiden onder de grote jagers via gezamenlijke ‘poetsplaatsen’. Camphuysen: “anders dan grote sterns, broeden de roofmeeuwen op redelijke afstand van elkaar in de kolonie, maar ze komen dagelijks samen op kleine meertjes of ‘lochs’. Mogelijk is dat een belangrijke verspreidingsbron geweest.” Aanvullend onderzoek dat nu van start is gegaan, richt zich op het ‘voortleven’ van besmettelijk virus in het water op het eiland, om te zien hoelang dergelijke gebieden nog gevaarlijk blijven voor mens en dier.

Steeds meer slachtoffers
Afgezien van infecties onder enkele steltlopers in het Waddengebied, leken dieren van open zee steeds gevrijwaard te blijven van de vogelgriep. Nadat het virus in de afgelopen zomer in steeds meer zeevogelsoorten en op steeds meer kolonies is aangetoond, zijn er inmiddels ook meldingen van besmette en aan H5N1 gestorven zeehonden en walvisachtigen. “Uitbreiding van de pandemie naar het Zuidelijk Halfrond, via trekkende zeevogels ligt nu op de loer”, vreest Camphuysen.

Mensen ook vatbaar voor virus
Het is van groot belang om de gangen van dit ernstig ziekmakende virus verder te onderzoeken, benadrukt de onderzoeker. “Niet alleen worden wilde vogels zwaar getroffen door een virus dat in de veehouderij kon ontstaan; onderzoek is ook in ons eigen belang. Onder de diverse zoogdieren die vatbaar zijn gebleken voor het influenzavirus H5N1, zijn inmiddels ook al honderden mensen.” Uit een recent overzicht van de WHO blijkt dat sinds 2003 al 863 mensen wereldwijd met het virus zijn besmet. Daarvan is meer dan de helft (455 mensen) overleden.