The the cut trough shell (Spisula subtruncata) is an important link in the food web of the Dutch coastal zone. It serves as a food source for the common scoter and is also a species of interest for fisheries.

Incomprehensible comeback

But the species has an eventful history: after a large increase in Spisula numbers around 2000, the population collapsed. Years of scarcity followed, until the species unexpectedly recovered in 2017. What causes the striking fluctuations in the population, which affect the ecosystem and fisheries?

Spisula flourishes locally, provided fisheries are balanced

Scientists from the Royal Netherlands Institute for Sea Research (NIOZ) and Wageningen Marine Research conducted a statistical analysis on these long-term changes. This showed that Spisula mainly occurs in specific locations along the Dutch coast, such as the North Holland coast and the area north of Ameland. In general, the cut trough shell thrives best in areas with fine sand, during years with higher winter temperatures and few storms during the larval settlement period. The habitats of these shells overlap with fishing areas for shrimp and flatfish. Within these areas, lower densities of Spisula were observed at sites where fishing was more intensive.

Unknown influences on Spisula stocks

The above causes explain only part of the changes in the populations of the cut trough shell. However, the cause of the annual fluctuations remains unclear, as it cannot be explained by the mentioned factors. Possible explanations, such as the influence of sand nourishment, could unfortunately not be tested due to a lack of sufficient data.

Moreover, changes in the habitat, such as marine warming due to climate change, mean that important controlling factors may also change. This makes long-term research on shellfish and their habitats important for proper management of our coastal areas.

Cut trough shell (Spisula subtruncata) | Photo: Jetze van Zwol

Een fascinerende kustbewoner: de halfgeknotte strandschelp

Een klein schelpdier bevolkt onze kustwateren: de halfgeknotte strandschelp. Dit diertje gedijt het best in ondiepe zeeën met fijn zand en milde weersomstandigheden. Niet alleen natuurlijke factoren spelen echter een rol in de populatiedynamiek. Bodemberoerende visserij, gericht op garnalen en platvissen, heeft eveneens invloed op de aantallen. Waarom de aantallen van deze schelp in sommige jaren spectaculair stijgen en in andere bijna verdwijnen, blijft echter een raadsel. Dit blijkt uit een gezamenlijke studie van Wageningen Marine Research en het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), gebaseerd op een 27 jaar lange tijdserie en gepubliceerd in Frontiers in Marine Science.

De halfgeknotte strandschelp (Spisula subtruncata) is een belangrijke schakel in het voedselweb van de Nederlandse kustzone. Hij dient als voedselbron voor de zwarte zee-eend en is ook voor de visserij een interessante soort.

Onbegrijpelijke comeback

Maar de soort heeft een bewogen geschiedenis: na een grote stijging van het aantal  Spisula rond 2000, stortte de populatie in. Er volgden jaren van schaarste, tot in 2017 de soort zich onverwacht herstelde. Wat veroorzaakt de opvallende pieken en dalen in de populatie, die gevolgen hebben voor het ecosysteem en de visserij?

Spisula floreert lokaal, mits visserij in balans is

Wetenschappers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en Wageningen Marine Research voerden een statistische analyse uit op deze langjarige veranderingen. Daaruit bleek dat Spisula vooral voorkomt op specifieke locaties langs de Nederlandse kust, zoals de Noord-Hollandse kust en het gebied ten noorden van Ameland. Over het algemeen gedijt de halfgeknotte strandschelp het beste in gebieden met fijn zand, tijdens jaren met hogere wintertemperaturen en weinig stormen in de periode waarin de larven zich vestigen. De leefgebieden van deze schelpen overlappen met visgebieden voor garnalen en platvissen. Binnen deze gebieden werden lagere dichtheden van Spisula waargenomen op plekken waar intensiever werd gevist.

Onbekende invloeden op Spisula-bestanden

De bovengenoemde oorzaken verklaren slechts een deel van de veranderingen in de populaties van de halfgeknotte strandschelp. De oorzaak van de jaarlijkse schommelingen blijft echter onduidelijk, omdat deze niet door de genoemde factoren kan worden verklaard. Mogelijke verklaringen, zoals de invloed van zandsuppleties, konden helaas niet worden getest door een gebrek aan voldoende gegevens.

Bovendien zorgen veranderingen in de leefomgeving, zoals opwarming van de zee door klimaatverandering, ervoor dat belangrijke sturende factoren ook kunnen veranderen. Dit maakt langdurig onderzoek naar schelpdieren en hun leefomgeving belangrijk voor een goed beheer van onze kustgebieden.