FOR ENGLISH VERSION: SEE BELOW
Tekst: Rob Buiter
Siberische smeltkroes
Terwijl de enige overgebleven Mauritaanse kanoet-met-zender die nog in de lucht is al een tijdje op een verbazende plek in Zuid-Spanje rondhangt, zijn de rosse grutto’s aan hun eindsprint naar de broedgebieden begonnen. Vogel 056 is al een flink eind gevorderd richting Siberië, zij het langs een behoorlijk zuidelijke route. ‘Van eerder onderzoek weten we dat rosse grutto’s de grens van de smeltende sneeuw erg strak volgen. Ze leven in die zin letterlijk op de rand’, stelt NIOZ-onderzoeker Eldar Rakhimberdiev. ‘Waarschijnlijk moeten ze ook wel, want het potentiële broedseizoen op bijvoorbeeld het Tajmyr-schiereiland is kort. Ze hebben alle tijd dat er geen sneeuw ligt hard nodig.’
Rosse grutto's volgen de sneeuwsmelt
De afgelopen decennia zijn de rosse grutto’s steeds een beetje eerder vertrokken uit Nederland. ‘Ze volgen daarmee het vervroegen van de smeltperiode in Siberië’, weet Rakhimberdiev. Om te kunnen profiteren van de korte periode dat ze kunnen broeden, hebben ze in ongeveer twintig jaar de vertrektijd twee tot drie weken opgeschoven.
Ontmoeting met Omanis
Door dat vervroegde vertrek doet zich nu een wonderlijke situatie voor: de Mauritaanse overwinteraars komen in het zuiden van Siberië nu soortgenoten tegen die in Oman hebben overwinterd!
‘Normaal kunnen die Omaanse rosse grutto’s veel eerder beginnen met broeden, omdat ze zuidelijker blijven hangen. Maar nu de Mauritaniërs ook steeds vroeger komen, komen de twee elkaar tegen. Al in het eerste jaar van het zenderonderzoek hebben we een Omani en een Mauritaanse vogel gezien die op minder dan tien kilometer van elkaar zijn gaan broeden. In die zin kun je zeggen dat door het vervroegen van de sneeuwsmelt, Siberië een letterlijke en figuurlijke smeltkroes van twee populaties rosse grutto’s is geworden. De grote vraag is nu: wat doen hun kinderen? Komen er op enig moment ook West-Afrikaanse vogels in de verleiding om mee te vliegen met soortgenoten die op het strand van Oman overwinteren? Dat zou het eind betekenen van twee gescheiden populaties’, aldus Rakhiberdiev.
ENGLISH VERSION
Siberian melting pot
While the only remaining Mauritanian knot-with-transmitter that is still on air has been roaming around for a while in an odd place in southern Spain, the bar-tailed godwits started their final leap towards their breeding areas. Bird 056 is already well advanced towards Siberia, albeit along a fairly southern route. 'From earlier research, we know that bar-tailed godwits follow the boundary of the melting snow very closely. They literally live on the edge', says NIOZ researcher Eldar Rakhimberdiev. 'Probably they must do this, because the potential breeding season on, for example, the Tajmyr Peninsula is short. They desparately need all the time without snow cover.'
In recent decades, the bar-tailed godwits gradually advanced their departure from The Netherlands. 'Thus, they follow the advance of the melting period in Siberia', knows Rakhimberdiev. In order to take advantage of the short period of time they can breed, they have accelerated the departure time for about two to three weeks in about twenty years.
Meeting with Omanis
Due to that early departure, a peculiar situation now emerges: in southern Siberia the Mauritanian overwinterers now come across conspecifics that spent the winter in Oman!
'Normally, those bar-tailed godwits of Oman can start breeding much earlier, because they settle down in more southern breeding areas. But now that the Mauritanians also advance their arrival, the two meet. Already in the first year of bird tracking research we saw an Omani and a Mauritanian bird that started breeding less than ten kilometers apart. In that sense, one can say that by the advance of snow melt, Siberia has literally and metaphorically become a melting pot of two populations of bar-tailed godwits. Now the big question is: what will their children do? Will West African birds ever be tempted to fly with conspecifics that winter on the beaches of Oman? That would mean the end of two separate populations', says Rakhimberdiev.