Blog 2 | 11 maart 2021
Door Loran Kleine Schaars
De derde expeditie in het kader van “Sandeels & Seals” is succesvol en zit erop! Anderhalve dag eerder dan gepland door het weer maar nog steeds met alle monsterpunten bemonsterd. Vrijdag 5 Maart kwamen we al op tijd binnen in de haven van Den Helder. Een bemanningslid van de Arca had volop genoten van het schaatsplezier onlangs en mocht voor de afterparty op bezoek in het ziekenhuis van Scheveningen voor een MRI. Gelukkig stonden de mannen wel extra vroeg op en namen ze vroeg op de morgen nog een aantal trekjes met de Triple-D schaaf waardoor wij nog wat werk konden verzetten in de haven. Aangezien we in Den Helder lagen konden we het weekend mooi thuis doorbrengen, wel nog steeds enigszins in quarantaine natuurlijk.
Kort maar krachtig
Op maandag 8 maart werd de tocht weer voortgezet. Evaline werd ingeruild voor Eva Immler, en na een negatieve sneltest van de voltallige bemanning en “team Witbaard” werd er uitgevaren. Eva is onlangs aangenomen als laboratoriummedewerker op Sandeels & Seals en viel dus gelijk met haar neus in de boter met een aantal mooie vaardagen. Planning was om tot Donderdag door te varen maar al snel zagen we in de weersvoorspellingen dat dit niet mogelijk zou gaan zijn. Windkracht 8 en windstoten tot over de 100 km/u deden ons al snel beslissen dat woensdag de laatste dag zou zijn. Gelukkig compenseert het gele gevaarte van RWS behoorlijk door zijn snelle vaartempo. Waar onze vertrouwde Pelagia normaal een snelheid heeft van 8-9 knopen per uur, stoomt de Arca met 12-13 knopen van punt naar punt. Dit verschil zorgt ervoor, uiteraard samen met een extreem soepel draaiend en op elkaar ingewerkt onderzoeksteam, dat we toch het beoogde aantal monsterpunten hebben gehaald. Tegen 14h op woensdag 17 maart wordt er afgemeerd in de marinehaven van Den Helder en hier worden we, na de blijkbaar benodigde strubbelingen door de bewaking, opgepikt door Evaline.
Parasiet op oog van sprot
Bijgevoegd wat plaatjes van een parasiet die we vonden op 1 van de gevangen Sprotten. Alle vissen die we hebben gevangen worden op soort gebracht en vervolgens gemeten en gewogen. Daarna worden ze ingevroren en gaan ze mee naar het laboratorium op Texel om daar vervolgonderzoek te doen. Hier bekijken we bijvoorbeeld ook de otolieten (gehoorsteentjes die iets vertellen over de groei en leeftijd), en kijken we naar de calorische waardes van de vissen. Dit zegt iets over hoeveel b.v. het een zeehond oplevert om een bepaalde vis op te eten.
Blog 1 | 4 maart 2021
Door Bram Parmentier
Het avontuur begon afgelopen maandag 1 maart met een vroeg ritje, een negatieve corona uitslag op zak, van Texel naar Scheveningen. In de haven van Scheveningen lag het knalgele 83 meter lange schip de ‘Arca’ van Rijkswaterstaat op ons te wachten. Normaal wordt dit schip ingezet om olievlekken op zee op te ruimen, maar deze twee weken gaat het samen met ons op zoek naar zandspiering in de Noordzee.
In december 2020 was de eerste zandspiering vaartocht, toen met de Pelagia. Nu gaan wij nog een keer om een beter inzicht te kunnen krijgen in de winteroverleving en hoe het staat met de lichaamsconditie ontwikkeling over de winter heen. Voor mij wordt het mijn eerste serieuze vaartocht en eerste echte kennismaking met de zandspiering. Maandag wordt het geduld nog een beetje op de proef gesteld: we varen eerst nog een paar uur naar het noorden. Echt een straf is dit niet, er staat een heerlijk zonnetje, we krijgen een uitgebreide warme lunch en het geeft mij de tijd om het schip en onze werkplaats (een partytent en een labcontainer) een beetje te verkennen. Ten hoogte van IJmuiden, gaat het werk beginnen en komen de eerste schaafmonsters aan boord. Sophie (Brasseur) en ik richten ons vooral op de vissen, terwijl Rob (Witbaard), Evaline (van Weerlee) en Loran (Kleine Schaars) de benthos uitzoeken. Dave Huijsman is het laatste NIOZ teamlid van onze expeditie, hij zorgt ervoor dat alles goed gaat met de schaaf.
Mijn eerste waarneming is dat de zandspiering erg klein zijn, een centimeter of 5/6, daar moet een zeehond heel erg veel van eten wil zijn maag een beetje gevuld zijn! Echter op dag 2 en 3, ten noorden van Texel, vinden we ook steeds grotere zandspiering. Nu ik het toch over groot heb, we vingen ook nog een erg grote Noordzeekrab! Deze ging na een paar fotoshoots weer levend en al overboord.
Vanaf dinsdag is onze wereld erg klein geworden, sindsdien zitten we namelijk in de mist. Eén voordeel, er is weinig om ons af te leiden en daarom hebben wij ondertussen (woensdagavond) al 34 monsterlocaties uitgezocht en zitten we goed op schema. Ook gaat het uitzoek- en meetwerk steeds efficiënter bij mij en wordt het werk al bijna routine. Het blijft echter erg leuk en spannend om te zien wat voor verrassingen er elke keer weer boven water komen. Morgen gaat het waarschijnlijk een lange dag worden, waarna we het weekend op Texel hebben om bij te komen. Na het weekend staat ronde 2 op de planning, met vooral de westelijke en zuidelijke bemonsterlocaties.