Door de Deltawerken zijn de wateren in de Zeeuwse en Zuid-Hollandse gebieden sterk veranderd. Stond veiligheid bij het realiseren voorop, tegenwoordig krijgt de ecologie van de wateren veel aandacht. Het NIOZ in Yerseke is daarom in samenwerking met Wageningen Marine Research opnieuw bezig om de ecologie van de Oosterschelde, Grevelingen en Haringvliet te bestuderen.
Beheer van de Oosterschelde
De Oosterschelde lijkt een gezond ecosysteem te hebben. Maar toch zijn er problemen zoals de zandhonger en mogelijke overbegrazing van het fytoplankton, de microscopisch kleine algen die het voedsel vormen voor mossels, oesters, diverse wormen, wadslakjes etc. Door die overbegrazing is er waarschijnlijk te weinig ruimte om het aantal mosselzaadinvang installaties (MZIs) uit te breiden. Maar hoe zit het met het zoöplankton, de kleine kreeftachtigen die de algjes eten en die op hun beurt uitstekend voer zijn voor vissen? En met de oesters? De laatste jaren zijn die getroffen door een virus en de oesterboorder. Betekent dit dat er nu wel ruimte is voor meer MZIs? Is er meer voedsel voor het zoöplankton? Verandert de kringloop van nutriënten waarbij de bodem en het bodemleven een belangrijke rol spelen? Die nutriënten zijn essentieel voor het groeien van het fytoplankton. Kortom een hoop vragen waar we antwoorden op proberen te vinden die uiteindelijk essentieel zullen zijn voor een goed beheer van de Oosterschelde.
De Grevelingen heeft een gebrek aan zuurstof
De Grevelingen heeft tegenwoordig veel problemen. Door de geringe uitwisseling van het water heeft de bodem op veel plaaten in dit zoute gebied een gebrek aan zuurstof. Daarom zijn er plannen om in de Brouwersdam over een aantal jaar een doorlaat te maken zodat er dagelijks vers Noordzeewater de Grevelingen in en uit kan stromen. Hierdoor zou het getij in de Grevelingen terugkeren, met een bescheiden verschil van 50 centimer tussen eb en vloed. Bovendien is er een kleinere verbinding met de Oosterschelde waarin op dit moment een experimentele energiecentrale wordt gerealiseerd. Door het verse water vanuit de Noordzee en in mindere mate vanuit de Oosterschelde in te laten, verbetert hopelijk de waterkwaliteit. Wel is het mogelijk dat in het begin het water troebeler wordt omdat er zich in de loop van de tijd veel slib heeft opgehoopt in de voormalige geulen en dat zal worden ongewerveld. Om de huidige toestand goed in beeld te brengen bestuderen we de waterkwaliteit en het leven in de bodem en in het water. Met deze metingen wordt het beter mogelijk om de gevolgen van de verbinding met de Noordzee en de Oosterschelde te bestuderen.
Zout & zout water beinvloed bodemleefgemeenschappen in het Haringvliet
Het Haringvliet gaat op een "kier". Een van de sluisdeuren gaat maximaal 20 centimeter omhoog, waardoor het zout water het Haringvliet in komt. Dit zou het mogelijk moeten maken dat vissen - zoals zalm en steur - vanuit de zee weer de rivieren op kunnen trekken (en vice versa). Een prachtig plan! Hoe gaat het ecosysteem door deze ontwikkeling veranderen? Gaat het wel werken? Het zoute water mag niet oostelijk van Middelharnis komen in verband met zoetwaterinlaat voor onder andere de landbouw. Maar als men verwacht dat dit wel gebeurt, dan spoelt men eerst het hele Haringvliet door met zoet water en sluit men de sluisdeuren, een scenario dat deze afgelopen zomer werd gerealiseerd. Maar wat zijn de gevolgen voor het zoutwater bodemleven dat zich na het openen van de kier heeft gevormd? Leidt dit doorspoelen met zoetwater tot massale sterft van de bodemlevensgemeenschappen? Tijdens de expeditie in het Haringvliet maakten we een uitgebreide studie van het bodemleven en het leven in de waterkolom, vooral van het fyto- en zoöplankton.