Baanbrekend onderzoek naar ecologische gevolgen van Noordzee in transitie
De onderzoekslijn Noordzee in transitie van de Blauwe Route zal de NWA-ORC-aanvraag van dit jaar afstemmen op de bijlage Onderzoek en Monitoring uit het Noordzeeakkoord. Han Lindeboom en Herman Hummel zijn inhoudelijk trekkers. “Als in de Noordzee 10.000 windmolens komen te staan, zal dat grote gevolgen hebben voor de ecologie.”
Invloed op hogere trofische niveaus
Marien ecologen Herman Hummel en Han Lindeboom waren betrokken bij de wetenschappelijke onderbouwing van het akkoord. Herman Hummel: “Het Noordzeeakkoord heeft maatschappelijke en sociaal-economische, maar ook ecologische gevolgen. Vissers willen geen windmolens in de beste visgebieden. De vraag is dus of ze moeten komen in de rijke zuidelijke Noordzee of juist meer naar het noorden, waar weinig gevist wordt.
Zo’n groot aantal windmolens beïnvloedt hoe dan ook het leven in zee. Han Lindeboom licht toe: “De molens hebben invloed op de stroming, golven en turbulentie. De rijke aangroei op de palen met mosselen en anemonen heeft gevolgen voor het voedselweb en draaiende wieken beïnvloeden vogels. Als ecologen zullen wij gaan onderzoeken welke gevolgen de keuze voor windmolens op een bepaalde locatie heeft voor het leven in de Noordzee.”
Ook aquacultuur is van invloed op het natuurlijk mariene systeem. Hummel: “De Noordzee is één systeem. Als zeewieren worden gekweekt in een boerderij op zee, zijn er minder nutriënten beschikbaar voor fytoplankton elders. En net als de windmolens heeft dat ook gevolgen voor de hogere trofische niveaus: dierlijk plankton, vissen, vogels en zoogdieren.”
Bijdrage vanuit de industrie
Lindeboom vertelt voor welke subsidies het zoutwateronderzoek van de Blauwe Route in 2020 in aanmerking hoopt te komen. “Tijdens de workshop op woensdag 4 maart spraken de ongeveer 20 aanwezige partijen met elkaar af dat we één voorstel gaan indienen voor de NWA-subsidie van € 5 tot 10 miljoen en mogelijk ook enkele in de andere categorieën. We richten ons daarbij op onderzoek naar de draagkracht van het systeem, effecten van windturbines, op onderzoek aan voedsel uit zee en op de socio-economische gevolgen van de transities. Het gaat om zowel fundamenteel als meer toegepast onderzoek.”
Daarbij rekenen de wetenschappers ook op samenwerking met de industrie en op cofinanciering. “In 2018 heeft de onderzoekslijn Noordzee in transitie een vergelijkbaar plan ingediend. We richtten ons toen in hoofdzaak op de overheid om de verplichte 10 procent cofinanciering te krijgen, de bijdrage van de industrie was maar klein. We hopen nu dat niet alleen ministeries, maar ook de energiebedrijven een significante bijdrage willen leveren. Dat betekent ook dat outreach nog meer van belang is. De BV Nederland moet weten wat we kunnen en willen doen, aldus Lindeboom.”
Meer samenhang
Twee jaar geleden heeft het plan het niet gehaald. Hummel: “Dat voorstel was achteraf te breed opgezet en daarom moet er deze keer meer samenhang zijn. Toen zochten we ook naar alternatieve opties voor de energietransitie. In ons huidige plan gaan we uit van de komst van de windmolens en focussen we ons op de ecologische en socio-economische gevolgen daarvan.”
Nog enkele andere onderwerpen zijn ook van groot belang voor de toekomst van de Noordzee maar passen niet binnen één voorstel. Voor dat onderzoek zet de Blauwe Route in op de iets kleinere NWA-subsidies. Lindeboom: “Naast alternatieve energie zoals zon en golven gaat het om effecten van zandwinning en -suppletie, en om scheepvaart en veiligheid. Tegelijk weten we ook: mocht in april de beslissing vallen dat het Noordzeeakkoord doorgaat, dan komt er in tien jaar € 55 miljoen beschikbaar voor Noordzeeonderzoek en monitoring. Daarmee zullen we dan ook afstemmen.”